Niet alleen uitkeringsgerechtigden, maar ook veel vrouwen met deeltijdbanen -
bijvoorbeeld in de schoonmaaksector of catering - hebben te kampen met een
minimuminkomen. En ouderen met geen of een klein aanvullend pensioen, en kleine
zelfstandigen, met name in de agrarische sector. Allochtonen zijn sterk
oververtegenwoordigd in deze gemarginaliseerde groepen. Minimum te laag Armoede is op de eerste plaats gebrek aan geld. Mensen die langere tijd moeten rondkomen van een minimuminkomen kunnen niet volwaardig aan de samenleving deelnemen. Daarvoor zijn de uitkeringen en de minimumlonen domweg te laag. De vaste lasten en de primaire levensbehoeften slokken zo'n groot deel van het geld op dat er nauwelijks vrij besteedbare ruimte over blijft. Armoede staat soms op de politieke agenda en soms niet. Daardoor blijft het politieke beleid grotendeels steken in maatregelen om arme mensen te helpen. Armoede als probleem van individuele mensen. Maar het gaat in feite om een probleem van een samenleving die armoede laat voortbestaan. Niet Voor Jezelf wil rechtvaardige verhoudingen in ons land. Die moeten worden bereikt door een goed stelsel van sociale zekerheid, toegankelijke voorzieningen als gezondheidszorg en onderwijs, een rechtvaardig inkomensbeleid en een belastingheffing die de lasten eerlijk verdeelt. Een structurele aanpak dus. Armoedebestrijding mag niet overgelaten worden aan de goedgunstigheid van de rijken. Verdeling
Nederland behoort tot de top 10 van rijkste landen. In 60 Nederlandse bedrijven ontvangen
directeuren een salaris van meer dan 1 miljoen euro per jaar. De afgelopen 10 jaar is hun
salaris elk jaar met 6 tot 30% gestegen. Van de inwoners in Nederland heeft 75% samen 11%
van het vermogen. 1% van de inwoners heeft 25% van het vermogen. Ook in tijden van recessie
stijgen de topinkomens enorm. De verdeling wordt elk jaar schever: de rijksten worden rijker,
de rest wordt arm(er). |